top of page

over

...

Bert Prins wil onmiskenbaar een kind van de Pop Art zijn en daarvoor recycleert hij beelden uit onze cultuur tot energieke kunstwerken. Zijn belangrijkste inspiratiebron is de overvloed aan beelden die hij dagelijks te verwerken krijgt in de eigen omgeving, op straat, in magazines, op tv , computer of film. …er is altijd die menselijke aanwezigheid: de kijkende mens die opgaat in een massa, de individuele mens die musiceert , rookt of zwemt , de mens als pion in het drukke verkeer of het mythische wezen Michael als bestrijder van boze machten.

… streeft in zijn werk zowel naar een zekere vereenvoudiging als inhoudelijk naar een grotere universaliteit. Zijn mensen zijn geen herkenbare figuren, het zijn types die ons niettemin vertrouwd zijn, die we kunnen plaatsen, die we zelf ooit ontmoet hebben of in films zijn tegengekomen. Ze worden als in een close-up dichterbij gehaald en aldus vervreemd uit hun context. Hij wil bewust een algemene waarheid weergeven en geen anekdotiek.

…slechts heel uitzonderlijk duikt er een bekende figuur op, zoals Dorothy uit ‘The wizzard of Oz’ die op de achtergrond toekijkt en deel uitmaakt van ‘the audience that is watching’. Maar in het algemeen verwijzen de dingen die op het doek te zien zijn , niet naar één rechtstreeks herkenbare realiteit, maar ze maken een simultane referentie naar andere realiteiten, ideeën en emoties.

…het gaat hier niet om het vertellen van verhalen, maar om het formuleren van een even veelomvattend als beknopt onderwerp, dat de kracht heeft van een symbool. Het is een manier om door te dringen tot de dingen in hun meest geconcentreerde en beheerste vorm. De waarde van dergelijke kunstwerken ligt niet in de getrouwheid van de weergave maar in de mate waarin ze ons emotioneel aanspreken, ons in vervoering brengen omdat ze op een unieke manier de beelden van onze tijd op doek laten resoneren via gevoel, stemming en ritme.

 

Bruni Mortier 25/4/2014

 

  _____..__________..___________..__________..__________..__________..___________..__________..__________..__________..___________..__________.._____
​
...
De schilderijen van Bert Prins hebben geen verdediging nodig en hij hoeft ons geen gewichtige uitleg te geven: zijn werk is helder, direct, herkenbaar en eerlijk. 

...
Bert Prins werd nu al voor de derde maal door Ludwig Trossaert utgenodigd, wat betekent dat deze galeriehouder die zich toespitst op hedendaagse kunst in zijn werk gelooft en investeert. Drie jaar na mekaar zelfs! In 2010 was er de eerste tentoonstelling met Pop - Art; Vorig jaar volgde een tentoonstelling met één bepaald thema en een andere titel, namelijk Love for sale, en dit jaar neemt hij de draad weer op en sluit zijn expo aan bij de eerste. Prins hield daarvoor al exposities, in groep en individueel, maar het komt mij voor dat dit allemaal geleidelijk gebeurde, rustig en zonder overhaasting.
Werk van hem was vanaf 1987 individueel te zien in o.a. Hof de Bist, Ekeren (1992), Gal.Arte Falco, Antwerpen (2004) en het Cultureel Centrum Bouckenborgh, Merksem (2006), al bij al een negental tentoonstellingen in een kleine twintig jaar tijd. Nu drie opeenvolgende jaren een grote expo bij Ludwig Trossaert. Stevig onderbouwd en telkens begeleid door een prachtig boek vol uitstekende afbeeldingen. ....

Een belangrijk kenmerk van zijn oeuvre vind ik de jeugdigheid ervan, de jeugdige uitstraling. Twee jaar geleden kende ik Prins nog niet persoonlijk, maar de verwijzing naar Pop Art bleef me niet alleen bij, ik schatte de kunstenaar in als nog vrij jong, met lef en durf.
Pop Art doet mij altijd denken aan vitaliteit en levendigheid, vernieuwing, ontdekking, het plezier om er te zijn. Aan die elementen is er in zijn schilderijen hoegenaamd geen gebrek; het drukt de ontdekking uit dat de dagelijkse realiteit iets moois en esthetisch inhoudt, iets om ons over te verbazen, telkens opnieuw en alle dagen opnieuw. Wellicht als een remedie tegen of een tegengif voor de dagelijkse portie verbijsterend en ontluisterend nieuws dat ons teistert. Van verschrikking of rampen is bij Prins niets te merken.
...
Bert Prins kijkt voornamelijk om zich heen, doet indruk na indruk op en verwerkt die, vertaalt die naar ons toe in harmonie, ritme, beweging, licht, reflectie. Reflectie en weerspiegeling vinden we in vele werken terug, nu onder meer in de twee doeken Lightscape 1 en Lightscape 2, allebei recent van 2012: strepen licht, lichtbaken die door smalle openingen binnenvallen als door een zonnescherm voor het raam. Twee werken die de abstractie naderen, of het al zijn want waar trek je de lijn ? Ook zijn Balletscape 3 heeft alles van een abstract doek, alleen wanneer we beter kijken, van dichtbij, of de afbeelding bestuderen komt naar voren dat er een figuratieve basis aanwezig is, als een stuk uit een foto die werd uitvergroot en waardoor enkel details waarneembaar zijn, fragmenten, onderdelen van een groter geheel.
Een beeld van kinderen aan het strand ziet er onschuldig uit, een en al vrolijkheid en onbezorgde vakantie, maar er loopt in zijn vroegere werk ook een Killer rond, een bokser, muzikanten, een vrouw in het bad (een knipoog naar de door hem bewonderde Tom Wesselman met zijn ondubbelzinnige naakten), dansers, rokers, muzikanten, vrouwen in het nachtleven van de stad; altijd zijn het menselijke figuren naar wie zijn aandacht uitging en uitgaat. Slechts hier en daar een uitzondering, zoals het Landscape (2012) met grazende schapen op een lichtgroene weide tegen een helblauwe hemel: het klinkt melig maar dat is het nu juist niet, en daar zit de vakkennis en de visie van Prins die van dit o zo eenvoudige onderwerp een prachtig kleurig tafereel heeft gemaakt, levendig en vredig, en volledig eigentijds.
Een ander werk zonder menselijke aanwezigheid is Monetscape (2011), de rustige eenvoud zelf, een schilderij dat doet mediteren of wegdromen, zuiver en helder. In de titel wordt verwezen naar Monet, en hij is niet de enige Oude Meester aan wie Bert Prins hulde brengt. Er zijn de frêle, bijna in licht en kleur oplossende balletfiguren die over het doek zweven op een onaardse manier, terwijl Having a ball (2011) herkenbaar verwijst naar de Franse Impressionisten die de dagelijkse realiteit zo getrouw mogelijk probeerden weer te geven, met de kleuren van drukte en beweging, de wervelingen van lichamen die dansen of aan tafeltjes praten en drinken, een onbezorgde tijd buiten de werkkring en de sfeer van verliefdheid en vriendschap. Een naar mijn gevoel geweldig geslaagde transformatie van een schilder uit de negentiende eeuw is dat van twee liggende vrouwen op het gras, Courbetscape (2011), een verademing vol explosies van kleuren in een dartele en aantrekkelijke context.
Bert Prins, dat moet al duidelijk zijn, zal nooit de schilder worden van een oneindig herhaalde Dreef in de avondschemering. Daar is hij, hoe rustig en beheerst-rationeel hij als mens ook overkomt, in zijn binnenste als kunstenaar te nerveus en rusteloos voor, en daarom zoekt hij steeds weer het nieuwe in het oude, streeft hij naar de stijl die hem het best ligt en een uitvoering vol stralend licht en uiteenwaaierende kleurschakeringen in een tijd van crisis en recessie! Zijn oeuvre bedriegt of misleidt niet, het is direct en zonder omwegen, zonder trucjes of opsmuktechnieken, je hoeft niet te zoeken maar te kijken en te ondergaan.

...

 Ik zou het graag de dynamiek van het dagelijkse geluk willen noemen, de ervaring van het moment dat niet voorbij mag gaan, een beeld van verscheidenheid, pluriformiteit, versnippering, het zachte vloeien van de tijd. De voorgangers die hij niet kopieert maar veeleer huldigt als meesters van wie te leren valt en die in hun tijd ook naar het nieuwe zochten zonder het voorafgaande volledig te kunnen of willen uitwissen, zouden de dag van vandaag tenslotte ook gebruik maken van technische hulpmiddelen. Ik kan me Rubens perfect voorstellen met een digitaal fototoestel wandelend op de De Keyserlei in Antwerpen. Mona L (2011) zou ik omwille van zijn gedurfde originele aanpak, kleurgebruik en achtergrond daardoor persoonlijk verkiezen boven het wat stofferige origineel van Da Vinci.

...
Bert Prins mag zich met de Oude Meesters meten. Toevallig is er precies nu veel belangstelling voor 'klassieke' kunstenaars als Rubens, Jordaens, Rafael. Men grijpt naar die vaste waarden, naar betrouwbaarheid. Bert Prins hoort thuis in belangrijke collecties of musea; hij is een Meester van deze tijd. Zijn evolutie moet worden gevolgd. 

Guy Van Hoof 5/10/2012

 

bottom of page